Dieter Van Caneghem PHENOMENA0 1

Invoer 253196

On the practice of SIMON HAMPIKIAN

Simon Hampikian

Simon Hampikian (1998, Bordeaux) werkt op het kruispunt tussen kunst en design, waarbij hij zich laat leiden door fysieke of observerende vondsten uit het stedelijke landschap.

Hij komt uit een familie van boeren waar handmatige en praktische vaardigheden gemeengoed waren (zijn vader was zelfs een houten botenbouwer); assembleren, repareren en bouwen waren vanzelfsprekende gewoonten waarmee hij opgroeide. Hij ging productontwerp studeren, wat zijn relatie met fysieke materie en de handeling van het creëren versterkte. Na zijn studie Schone Kunsten (Haute Ecole des Arts du Rhin) vestigde Hampikian zich vrij in zijn huidige praktijk, waar hybriditeit en het samplen van zowel esthetische als pragmatische typologieën zijn intrigerende objecten gestalte geven.

De straat is alomtegenwoordig in zijn ontwerpen, waarin hij vaak hergebruikt materiaal en gevonden voorwerpen verwerkt. Deze gevonden voorwerpen zijn symptomatisch voor onze geïndustrialiseerde en door consumptie geobsedeerde maatschappij: in massa geproduceerde gebruiksvoorwerpen, niet-afbreekbaar afval, het puin van ons hedendaagse leven - en toch probeert Hampikian hun allure te benadrukken. Met door de zon verbleekte oppervlakken en patina's die herinneren aan hun eerdere gebruik of verwaarlozing, geven ze leven en poëzie aan de uiteindelijke werken, zoals het geval is in MunLamp. Deze serie is ontstaan uit de ontmoeting tussen afgedankte verkeersbordpalen en platen van overgebleven PVC uit koelcellen. Of CMSeat, dat bestaat uit gedegradeerde klimtouwen, strak geweven tot stoelen, waarvan de natuurlijke kleuren het palet van de werken bepalen. Inherent aan zijn praktijk is een gevoel van co-auteurschap, waarbij het materiaal zijn eigen koers bepaalt tijdens het creatieproces. Een ongehoorzaamheid als het ware, die hij gretig omarmt. Toevalligheden of ongelukken die worden vereeuwigd in herinneringen.

Hij keert regelmatig terug naar de straat, niet alleen om materialen te zoeken, maar ook om inspiratie op te doen. CuratingDailyLife is een database van beelden en snapshots die sinds 2019 zijn verzameld: schijnbaar onsamenhangende fragmenten van de gebouwde omgeving die soms worden vertaald in bijbehorende ontwerpen, of soms gewoon om te fascineren en een sfeer te inspireren. Over het geheel genomen zijn deze foto's een essentieel hulpmiddel in de conceptie- en creatiemethoden van Hampikian, die onophoudelijk gefascineerd is door kleine fenomenen van het nederige, menselijke bestaan. Zijn honger naar het gewone rijmt met zijn technische instelling, waaraan hij logica en beeldtaal ontleent, om werken te creëren die vaak dubbelzinnig zijn over hun functie. DailyObjects is een verzameling van zulke voorbeelden: een kruk, een tafel en een doos gemaakt van onverwachte combinaties van materialen. Ze zien er fragiel uit en hoewel hun namen direct verwijzen naar alledaags meubilair, verwart hun verschijning deze verwachting.

In zijn meest recente werk verlegt hij de blik van objecten naar architectuur. Geïntrigeerd door constructies die lijken te zweven in de tijd, herschept hij bepleisterde bakstenen muren en houten omheiningen, typisch voor het Belgische achterland. Hij verwijst naar gotische kenmerken, naar waterspuwers of feodale omheiningen om vormen te ontwikkelen die deze stedelijke constructies objectiveren en abstraheren. Dat wat publiek is, wordt gedomesticeerd in de privésfeer, waar het kan bestaan als meubilair of als artistieke aanwezigheid. In een onorthodox spel van contrasten tussen het hedendaagse en het historische, tussen efficiëntie en weloverwogen esthetiek, construeert Hampikian een duidelijk persoonlijk vocabulaire.

On the practice of YARA VELOSO

Yara

De Portugees-Braziliaanse Yara Veloso (Lissabon, 1993) werkt met video, tekeningen en software en onderzoekt het (on)comfort dat ontstaat wanneer menselijkheid en technologie elkaar ontmoeten. Na haar studie Design aan de KABK (Koninklijke Academie Den Haag), gevolgd door een Master in Graphic Design aan de Werkplaats Typografie (Arnhem), schommelt haar praktijk tussen het maken van interactieve webpagina's, het bedenken van visuele identiteiten en het creëren van immersieve (en vaak participatieve) installaties of happenings.

Voor een soort die voortdurend in ontwikkeling is, heeft technologie ons altijd voorzien van hulpmiddelen om onze greep op de wereld te verstevigen en de chaos te begrijpen. Als belichaming van menselijke interventie gaat de geschiedenis ervan hand in hand met de evolutie van taal: van kleilijnen en vingertekens op grotten, tot spijkerschrifttabletten, tot het geschreven en zelfs het gedrukte woord. De technologische vooruitgang van de 20e eeuw heeft deze menselijke evolutie in zekere zin omgeleid door onze wereld op te splitsen in twee parallelle en wederkerige entiteiten: het fysieke en het digitale. De fascinatie voor hoe dit ons bewustzijn en onze manier van in de wereld staan exponentieel verandert, ligt aan de basis van Veloso's werk. Ze houdt zich bezig met taal en de structurering van onze perceptie en onderzoekt hoe denkprocessen opnieuw worden bedraad door de fusie tussen mens en computer.

Veloso trotseert een moralistische houding en is eerder geïntrigeerd door de ongemakkelijkheid en onhandigheid die soms in deze ontmoeting voorkomen. Zoals het observeren van een eerste afspraakje waarbij een poging tot een soepele kus misgaat, neuzen die tegen elkaar stoten. Met humor werpt ze een speelse blik op de geconstrueerde systemen die we allemaal als vanzelfsprekend zijn gaan beschouwen. Systemen waar we niet meer zonder kunnen, systemen die we zo ver geïnternaliseerd hebben dat ze integraal deel uitmaken van ons functioneren. Welke logica heeft deze uitvindingen gemotiveerd? Van een nuchtere afstand, en vooral wanneer ze door grote groepen mensen tegelijkertijd worden gebruikt, zien deze “oplossingen” van menselijke engineering er nogal absurd uit. Menselijke evolutie, high op een cocktail van steroïden. Misschien gaat de vooruitgang te snel?

De vraag naar agency rijst. What happened to the Future? (2019), in samenwerking met Vera Van der Seyp bekijkt het archief van Poetry International door een nieuwe medialens. Het project brengt crowdsourced woorden samen, een interactief en participatief chatbotgedicht (Life is Given to Us Humans) en een video die het algoritme op vrije voeten toont. Want deze nieuwe ontwikkelingen stoppen onze niet aflatende drang om een spoor van onszelf achter te laten in deze wereld niet. Integendeel, deze drang wordt nog sterker nu onze afdrukken zowel digitaal als fysiek zijn. asdfghjkl (2023, doorlopend) is een groeiende database die deze herinneringen aan het menselijk bestaan verzamelt en de vraag onderzoekt “wie regisseert wie” in dit voortdurende en schijnbaar vluchtige amalgaam van contentcreatie. Frue/Talse Portal en Ynoes (2023) maken deze sporen weer fysiek. Deze grote stalen panelen maken doodle-achtige tekeningen van onze fysieke receptoren - ogen, handen en oren - in felle kleuren, die onze blik op de werkelijkheid - in dit geval de tentoonstelling - belemmeren en herschikken.

Veloso beschouwt technologische toevoegingen als nieuwe extensies van onze zintuigen. Ze omhullen ons en verstikken ons langzaam in een strak ingepakt filter. Als de nieuwe architectuur van onze maatschappij lopen ze niet alleen parallel aan de fysieke wereld, maar zijn ze er buitengewoon mee verweven. Vreemd uitziende ergonomische uitvindingen zijn een ander terugkerend motief in Veloso's werk, vaak opgeblazen tot groteske proporties. Een telefoon aan onze arm die onze hartslag en route tijdens het hardlopen registreert, is veranderd in een lompe iPad die is vastgebonden aan de pilaren van een gebouw in Hug (2021). De ideale positie van de handen op een toetsenbord wijkt af naar een nieuwe iconografie in The Way Things are Going (2022), verwijzend naar de uitspraak van John Ruskins dat een lijn tijdens het tekenen altijd een bestemming moet hebben. En dus vraagt de kunstenaar, welke richting gaan we op? Van een afstand en geïsoleerd van hun dagelijks gebruik zien deze uitvindingen en regels er zo willekeurig uit. Qwerty of Azerty? Het is allemaal erg verwarrend.

On the practice of NICOLAS ZANONI

Nicolas Zanoni

Nicolas Zanoni (Parijs, 1985) is een Franse ontwerper van Argentijnse afkomst wiens werk de traditionele verwachtingen van hedendaags design tart. Onregelmatig, uniek, handgemaakt en vaak het resultaat van toevallige ontmoetingen met zijn materialen, produceert Zanoni functionele objecten die de vorm van sculpturen aannemen en vice versa.

Na het behalen van een Master in Industrieel Ontwerp aan La Cambre (BE), wijdde Zanoni zich volledig aan de non-conformistische houding van experiment en instinctieve manipulatie van materialen, die hij tijdens zijn opleiding had ontwikkeld. In plaats van praktisch na te streven, is hij op zoek naar poëzie, die zijn eigen speelse perspectief uitdrukt op de gefabriceerde objecten waarmee we ons omringen. Zanoni werkt met industrieel geproduceerde materialen zoals polystyreen of aluminium en verkent de grenzen van fysieke manipulatie. Aluminiumdraad wordt geweven in verschillende patronen, platgedrukt of gesmolten om verschillende texturen te onthullen. Polystyreen wordt gestapeld, verhit en verbrand om te stollen en van kleur te veranderen. Deze processen, die vaak intuïtief en bijna analoog zijn, resulteren in vormen en volumes die organisch en natuurlijk lijken. Hoewel zijn werkmethoden repetitief, tijdrovend en arbeidsintensief zijn (waardoor de eigen energiestromen van de kunstenaar vrijkomen), zijn ze niet volledig opzettelijk. Improvisatie en free-styling staan centraal. Zanoni verwelkomt toeval en verrassing in zijn creatieve benadering, waarbij hij onverwachte manieren toestaat waarop de materiaaleigenschappen en innerlijke logica kunnen bijdragen aan het visuele resultaat.

Series zoals Climbing (met klimgrepen) en Spinner (met rolschaatsen rollers) verwijzen naar herinneringen uit zijn eigen kindertijd. Deze stukken, waarvan de ingewikkelde aluminium of inox vormen prachtig botsen met de schijnbare banaliteit van elementen die zijn afgeleid van sport, wijzen erop hoe decontextualisering inherent is aan zijn praktijk. Details en fragmenten - uit de gebouwde omgeving of uit persoonlijke herinneringen - worden geïsoleerd en opnieuw geïntegreerd, waardoor ontwerpen ontstaan die zowel anachronistisch, speels als licht campistisch zijn. Een andere benadering is dat zijn ontwerpen ontstaan door het manipuleren van een enkel materiaal en het toepassen van wat hij “trucage” noemt: schijnbaar eenvoudige processen die het werkproces “kapen” en het samenkomen van materie en vorm definiëren. De Crater bijvoorbeeld heeft vulkanische verschijningen die louter het resultaat zijn van het verbranden van het materiaal: wit polystyreen borrelt op en verandert van kleur in een marmereffect. Coat Hanger is dan weer ontstaan uit het aan elkaar schroeven van twee aluminium staven, waarbij plooien uit de verbindingen tevoorschijn komen. Geweven (en soms geperst) aluminium is een steeds terugkerende methode en wordt het handmerk van Zanoni. Vaak gecombineerd met gegoten aluminium voor de stevigheid, vormen deze luxueuze zachte harnassen stoelen, lampen, bijzettafels en planken. Glinsterend in het licht prikkelen ze royaal de tactiele nieuwsgierigheid van hun gebruikers.

Zo nauw als de ontmoeting is tussen de eigen handen van de ontwerper en het materiaal dat hij gebruikt, zo persoonlijk wordt ook de ontmoeting tussen het object en zijn publiek. Zanoni creëert met een huiselijke context in gedachten. Ook al kunnen zijn ontwerpen worden gezien als sculpturen, het is hun inherente functionaliteit en bijzondere materialiteit die fysiek contact en een relatie met de gebruiker mogelijk maakt. De kristallisatie van zijn eigen uithoudingsvermogen in het huishouden brengen heeft een zekere intimiteit. En het is precies deze directheid die ten grondslag ligt aan zowel zijn benadering als aan wat hij wil doen: het bevorderen van een unieke band tussen mensen en objecten.

Nicolas Zanoni woont en werkt in Brussel (BE).